Vraag aan jongeren hoe zij een studie kiezen uit het grote aanbod aan opleidingen in het mbo, hbo en universiteit. Dat heeft onlangs Stemmingmakers in samenwerking met scholieren.com gedaan onder 350 jongeren van het vmbo, havo en vwo. In dit blog lees je de uitkomsten van dit onderzoek voorzien van mijn advies aan ouders van studiekiezers.
Wanneer start het studiekeuzeproces?
De meerderheid (ongeveer 43%) start meer dan 2 jaar voor het eindexamen met het oriënteren op een vervolgopleiding. Dit valt dus vaak samen met het maken van een profielkeuze. Een profielkeuze (voor havo en vwo, overigens niet voor vmbo) is namelijk bepalend voor welke mogelijkheden je hebt in het vervolgonderwijs. Bijna 32% start 2 jaar voor het eindexamen en 3,6% minder dan een jaar voor het einde van de middelbare school. Hoe eerder je kind begint met het oriënteren, hoe meer ervaringen je kind kan opdoen in deze tijd en hoe bewuster dus je kind een studiekeuze kan maken. Op de middelbare scholen krijgt loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB) gelukkig steeds meer aandacht en is dit niet alleen een onderdeel in de bovenbouw, maar ook in de onderbouw.
Wie heeft de meeste invloed op het maken van de studiekeuze?
Maar liefst 73% geeft aan dat de moeder de meeste invloed heeft op de studiekeuze. Mogelijk is dit omdat 72% van de ondervraagde jongeren meisje is. De vaders hebben ook een belangrijke rol, want 55% gaf aan dat de vader de meeste invloed heeft in dit keuzeproces. Om dit rijtje verder af te maken zijn vrienden voor 33% degene die hier de belangrijkste rol in heeft, gevolgd door 25% broers, zussen en andere familieleden, 25% door leraren en 23% door de decaan. Dus ouders, jullie zijn de belangrijkste persoon in het studiekeuzeproces van je kind!
Wat is het belangrijkste hulpmiddel voor de studiekeuze?
Er is een lijst met allerlei activiteiten en communicatiemiddelen voorgelegd aan jongeren, met de vraag wat helpt jou het meest om te kiezen voor een studie? Op 1 staat met 88% open dagen en meeloopdagen. Uit dit onderzoek blijkt dat er gemiddeld 4 open dagen worden bezocht. De website van een instelling is het belangrijkste communicatiemiddel om informatie te verkrijgen over de opleiding met 55%, gevolgd door studiekeuzetesten (42%), folders en opleidingsgidsen (36%), studiekeuzewebsites (34%), lessen (27%) en tot slot de decaan.
De belangrijkste punten bij het maken van een studiekeuze,in volgorde van belangrijkheid zijn: inhoud van de opleiding, kwaliteit van de opleiding, baankansen, de stad, het aantal studenten die de opleiding doen, de nabijheid van de eigen woonplaats en het type student.
Dit vinden jongeren het allermoeilijkst aan het kiezen van een studie:
Er is teveel keus, de zoektocht naar een studie die bij hen past, het wordt ervaren als een levensbepalende keuze en het kiezen zelf.
Wat dan te doen?
Het helpt om verschillende concrete ervaringen in het oriëntatie proces op te doen, zoals de volgende jongeren uit dit onderzoek hebben ervaren:
“Je ziet op een meeloopdag niet alleen de positieve dingen tijdens de presentatie maar ook de minder leuke dingen van een opleiding.”
“Door een online proefcollege weet ik dat ik die studie niet wil doen. Het was namelijk compleet anders dan mijn verwachtingen.”
“Bij het proef studeren krijg je een beeld van het werk dat je moet verzetten en de soort stof die je behandelt.”
Mijn advies is: Moedig je kind aan om zeker 2 jaar voor het eindexamen te starten met het oriëntatie proces, wees je bewust van je belangrijke rol als ouder en stimuleer je kind om concrete ervaringen op te doen in het studiekeuzeproces.
Fijn om dit boekje te gebruiken als jongerenwerker wanneer een jongere vragen hebben over wat wil ik gaan studeren, bedankt
Beste Ger,
Goed om te lezen!