Zo kiezen jongeren een studie!

Vraag aan jongeren hoe zij een studie kiezen uit het grote aanbod aan opleidingen in het mbo, hbo en universiteit. Dat heeft onlangs Stemmingmakers in samenwerking met scholieren.com gedaan onder 350 jongeren van het vmbo, havo en vwo. In dit blog lees je de uitkomsten van dit onderzoek voorzien van mijn advies aan ouders van studiekiezers.

Wanneer start het studiekeuzeproces?
De meerderheid (ongeveer 43%) start meer dan 2 jaar voor het eindexamen met het oriënteren op een vervolgopleiding. Dit valt dus vaak samen met het maken van een profielkeuze. Een profielkeuze (voor havo en vwo, overigens niet voor vmbo) is namelijk bepalend voor welke mogelijkheden je hebt in het vervolgonderwijs. Bijna 32% start 2 jaar voor het eindexamen en 3,6% minder dan een jaar voor het einde van de middelbare school. Hoe eerder je kind begint met het oriënteren, hoe meer ervaringen je kind kan opdoen in deze tijd en hoe bewuster dus je kind een studiekeuze kan maken. Op de middelbare scholen krijgt loopbaanoriëntatie en  -begeleiding (LOB) gelukkig steeds meer aandacht en is dit niet alleen een onderdeel in de bovenbouw, maar ook in de onderbouw.

Wie heeft de meeste invloed op het maken van de studiekeuze?
Maar liefst 73% geeft aan dat de moeder de meeste invloed heeft op de studiekeuze. Mogelijk is dit omdat 72% van de ondervraagde jongeren meisje is. De vaders hebben ook een belangrijke rol, want 55% gaf aan dat de vader de meeste invloed heeft in dit keuzeproces. Om dit rijtje verder af te maken zijn vrienden voor 33% degene die hier de belangrijkste rol in heeft, gevolgd door 25% broers, zussen en andere familieleden, 25% door leraren en 23% door de decaan. Dus ouders, jullie zijn de belangrijkste persoon in het studiekeuzeproces van je kind!

Wat is het belangrijkste hulpmiddel voor de studiekeuze?
Er is een lijst met allerlei activiteiten en communicatiemiddelen voorgelegd aan jongeren, met de vraag wat helpt jou het meest om te kiezen voor een studie? Op 1 staat met 88% open dagen en meeloopdagen. Uit dit onderzoek blijkt dat er gemiddeld 4 open dagen worden bezocht. De website van een instelling is het belangrijkste communicatiemiddel om informatie te verkrijgen over de opleiding met 55%, gevolgd door studiekeuzetesten (42%), folders en opleidingsgidsen (36%), studiekeuzewebsites (34%), lessen (27%) en tot slot de decaan.

De belangrijkste punten bij het maken van een studiekeuze,in volgorde van belangrijkheid zijn: inhoud van de opleiding, kwaliteit van de opleiding, baankansen, de stad,  het aantal studenten die de opleiding doen, de nabijheid van de eigen woonplaats en het type student.

Dit vinden jongeren het allermoeilijkst aan het kiezen van een studie:
Er is teveel keus, de zoektocht naar een studie die bij hen past, het wordt ervaren als een levensbepalende keuze en het kiezen zelf.

Wat dan te doen?
Het helpt om verschillende concrete ervaringen in het oriëntatie proces op te doen, zoals de volgende jongeren uit dit onderzoek hebben ervaren:
“Je ziet op een meeloopdag niet alleen de positieve dingen tijdens de presentatie maar ook de minder leuke dingen van een opleiding.”
“Door een online proefcollege weet ik dat ik die studie niet wil doen. Het was namelijk compleet anders dan mijn verwachtingen.”
“Bij het proef studeren krijg je een beeld van het werk dat je moet verzetten en de soort stof die je behandelt.”

Mijn advies is: Moedig je kind aan om zeker 2 jaar voor het eindexamen te starten met het oriëntatie proces, wees je bewust van je belangrijke rol als ouder en stimuleer je kind om concrete ervaringen op te doen in het studiekeuzeproces.

Geplaatst in HBO, hbo studie, mbo, mbo opleiding, ROC, Studiekeuze, Studiekeuzeproces, Uncategorized, universitaire studie, universiteit, vwo Getagd met , , , , , ,

Een goede opleiding. Hoe kom je daar achter?

 

Ik stond laatst op de Studiekeuzebeurs. Daar vroeg een vader aan mij:
“Hoe weet ik of een opleiding bij een school nou goed is?” Dat is een hele terechte vraag.
Je bezoekt met je kind een open dag, daar krijg je een indruk en kun je vragen stellen aan docenten en studenten. Maar hoe weet je nu of die school en die bepaalde opleiding goed is? Gelukkig is er over mbo-, hbo- en universitaire opleidingen objectieve informatie beschikbaar.

Nationale studenten enquête in het hoger onderwijs (hbo en universiteit)
Jaarlijks wordt, door Studiekeuze 123, het oordeel gevraagd aan studenten in het hoger onderwijs. Hoe ervaren zij hun studie? Zij geven aan wat zij vinden van de faciliteiten op school, het onderwijs, de inrichting van de opleiding, de docenten, de toetsing, de organisatie en de communicatie. Wie kunnen het beter aangeven dan de huidige studenten van die betreffende opleiding bij een hogeschool of universiteit? Daarnaast wordt er informatie beschikbaar gesteld over de contacttijd (zoals colleges en door docenten begeleide werkgroepen) in het eerste jaar van de studie, het percentage studenten dat na het eerste jaar naar een andere opleiding overstapt, het percentage afgestudeerden dat binnen 5 jaar een diploma heeft behaald, de toelating en selectie, het aantal studenten dat deze opleiding volgt, de verhouding tussen het aantal jongens en meisjes, hoeveel buitenlandse studenten de opleiding doen en of het onderwijs ook in een andere taal dan het Nederlands wordt gegeven.
Hier is je al deze informatie van maar liefst 2151 opleidingen in het hoger onderwijs te vinden. Ook biedt de Keuzegids Hbo en Keuzegids Universiteiten veel objectieve informatie, voorzien van de uitkomsten van de nationale studenten enquête. Ik verwacht dat elke decaan wel een exemplaar hier van heeft liggen.

JOB-monitor voor het middelbaar beroepsonderwijs (mbo)
Iedere 2 jaar worden de mbo-studenten naar hun mening gevraagd  over de opleiding die zij volgen. Ook zij worden gevraagd naar hun tevredenheid over de kwaliteit van de opleiding, de stages en de schoolorganisatie. De resultaten van deze enquête zijn opgenomen in de Keuzegids Mbo. In deze keuzegids is tevens informatie beschikbaar over alle mbo-opleidingen, per niveau, de mogelijke beroepen waar voor je wordt opgeleid en het aantal studenten dat doorstroomt naar het 2e jaar. De keuzegids is te koop, zowel op papier als online, maar ook de decaan zal zeker over een exemplaar beschikken.

Dus, neem ook deze beschikbare objectieve informatie mee bij de studiekeuze.

Geplaatst in hbo studie, kwaliteit, mbo opleiding, Studiekeuze, universitaire studie Getagd met , , , , ,

Naar hbo of universiteit?

hbo_woEen vwo’er
Een vwo’er heeft de keuze om na de middelbare school een hbo-opleiding of een universitaire opleiding te volgen. Hoe komt het dat vwo’ers vaak niet deze keuze gepresenteerd krijgen van een decaan, mentor of van ouders? De jongeren kunnen natuurlijk zelf de keuze maken voor een hbo-opleiding, maar in onze samenleving verwachten wij van jongeren dat zij voor het hoogst haalbare opleidingsniveau zullen gaan. Maar, dat is niet voor elke jongere de beste optie.

Wat is het verschil?

HBO WO
Praktisch Theoretisch
Stage verplicht Stage mogelijk, niet verplicht
Veel structuur en deadlines Studeren is eigen verantwoordelijkheid
Veel groepswerk Nadruk op individueel studeren
Veel begeleiding Zelfstandigheid en discipline
Toepassen van theorie Bestuderen en analyseren van theorie
Meer contacturen Meer zelfstudie
Vaardigheden gericht op beroepsbeoefening Vaardigheden gericht op het doen van onderzoek
Onderzoek in de beroepspraktijk Wetenschappelijk onderzoek

Ik sprak laatst met Nina, een jongere die na een hbo-opleiding een universitaire studie heeft gedaan. Toen ik haar vroeg wat voor haar het grootste verschil was tussen hbo en wo, gaf zij aan dat op de universiteit er veel meer belang wordt gehecht aan de onderbouwing van theorieën. Zoals je kunt lezen zijn er dus nog al wat verschillen tussen het hbo en wo. Bekijk samen met je kind wat het beste past. Bezoek ook eens met je kind een open dag bij een hbo-instelling, zodat je kind en jij dit kunnen ervaren.

VWO’ers aan het woord die voor een hbo-studie hebben gekozen.
Om een goed beeld te krijgen hoe het is om als vwo’er te kiezen voor een hbo-opleiding, lees je hier de verhalen van twee studenten die deze stap hebben gemaakt.

En hoe ziet de keuze er uit voor een havist?
Laten we de havisten niet vergeten. Zij hebben ook de keuze om, na het behalen van de propedeuse op het hbo, door te stromen naar een universitaire bachelor. Een andere optie, op een later moment, is om de overstap te maken van een hbo master naar een universitaire master.

Dus: bespreek de verschillende opties met je kind.

Geplaatst in HBO, Studiekeuze, universitaire studie, universiteit, vwo, wetenschappelijk onderwijs

Centrale loting voor hbo en wo afgeschaft

Geschikt Ongeschikt

HBO en Wetenschappelijk onderwijs
Vanaf het schooljaar 2017-2018 vervalt de centrale loting voor hbo-opleidingen en universitaire studies die werken met een zogenaamde numerus fixus. Bij deze opleidingen is een beperkt aantal plaatsen beschikbaar. Als te veel studenten zich aanmelden voor deze opleidingen, dan wordt er geselecteerd.  Met ingang van het schooljaar 2017-2018 zal dat niet meer centraal gaan, maar decentraal. Dit betekent dat er dan niet meer alleen wordt gekeken naar het gemiddelde eindexamencijfer van je kind. Nee, nu gaan de hogescholen en universiteiten zelf de selectie doen, waarbij zij gaan letten op de motivatie van je kind voor die studie, kijken naar de persoonlijkheid van het kind en naar eerdere behaalde schoolprestaties (vaak de cijfers uit het pre-examenjaar). Er zal dus meer worden gekeken naar de persoon achter de cijfers en naar wie het beste bij die studie past. De onderwijsinstelling bepaalt wat de selectiecriteria precies zijn. De rechtstreekse plaatsing van scholieren met een gemiddeld eindexamencijfer van een 8 of hoger is ook afgeschaft.

Aanmelden
Je kind mag zich voor maximaal 2 numerus fixus opleidingen aanmelden. Dat mag ook dezelfde opleiding zijn bij 2 verschillende onderwijsinstellingen. Uitzonderingen hierop zijn Geneeskunde, Tandheelkunde, Fysiotherapie en Mondzorgkunde. Voor deze studies geldt dat je maar bij 1 onderwijsinstelling mag aanmelden. De lijst met numerus fixus opleidingen staan hier beschreven. Let op: de aanmelddatum voor deze opleidingen is al op 15 januari 2017. Daarna wordt er gestart met de selectie. Op 15 april wordt de uitslag bekend gemaakt via Studielink.

Voor de niet numerus fixus opleidingen geldt de aanmelddatum van 1 mei. Dus als je kind niet is toegelaten tot een numerus fixus opleiding dan heeft hij/zij nog 2 weken de tijd om zich aan te melden voor een andere opleiding.

MBO
Voor een zeer beperkt aantal mbo-opleidingen geldt er ook een selectie. De voorwaarden voor deze opleidingen staan vermeld op de website van de mbo-instellingen. De aanmelddatum voor mbo-opleidingen wijkt niet af van de andere mbo-opleidingen. De uiterste aanmelddatum voor alle mbo-opleidingen is 1 april. Ik adviseer wel om toch ruim voor deze datum aan te melden voor een selectie-opleiding, zodat je kind tijdig weet of hij/zij kan starten met deze opleiding. En anders dus nog tijd heeft voor oriëntatie op een andere opleiding.

Zorg dus dat wanneer je kind zich aanmeldt voor een numerus fixus/selectie opleiding er ook een plan B is!

Geplaatst in HBO, loting studie, mbo, ROC, Studiekeuze, universitaire studie

Checklist laatste voorbereidingen start studie

CheckList

De examens zijn afgelopen. Om tijdig de nodige acties te doen voor de start van de nieuwe studie van je kind, kan deze checklist je helpen. Je hebt hier mee alle nodige voorbereidingen in beeld.

De aanmelddatum voor een studie, 1 mei,  is inmiddels gepasseerd. Ik ga er van uit dat je kind is aangemeld bij een mbo, hbo of universiteit en dan zijn dit nog de laatste 6 acties zodat jij en je kind goed voorbereid zijn op de start van het nieuwe schooljaar.

Actie 1: Uitzoeken en afstemmen met je kind hoe de studie wordt gefinancierd.
Studeren kost geld. Zo betaal je jaarlijks collegegeld (voor hbo en wo) en/of lesgeld (voor mbo, vanaf 18 jaar). Het collegegeld bedraagt ongeveer €2000,- per jaar en het lesgeld ongeveer €1150. Start je kind voor het eerst met een bachelor of masteropleiding, dan betaal je voor het 1e jaar de helft van het collegegeld. Daarnaast zijn er kosten voor boeken en andere studiematerialen. Gaat je kind op kamers dan zijn er extra kosten voor de huur en het levensonderhoud. Kortom, het is zaak om dit financiële plaatje samen goed in beeld te hebben. Wil je meer weten over de kosten van een studie, kijk dan op www.nibud.nl

Actie 2: Aanvragen OV reisproduct, lening en/of eventueel aanvullende beurs.
Om tijdig in het bezit te zijn van de OV kaart en de financiële middelen voor de studie, raad ik aan om drie maanden voor de start van de studie dit aan te vragen bij DUO.nl. Met ingang van september 2015 is het nieuwe leenstelsel ingevoerd voor hbo en wo. Dit betekent dat er geen basisbeurs meer wordt verstrekt, maar dat studenten kunnen/moeten lenen.  De nieuwe studiefinanciering bestaat uit 4 onderdelen: de lening, OV, collegegeldkrediet en aanvullende beurs. Iedereen kan hetzelfde bedrag ontvangen, maximaal € 1054, – per maand. Lenen is niet verplicht, je kunt ook alleen een OV of aanvullende beurs nemen. De aanvullende beurs is er niet voor iedereen. Dit is afhankelijk van het inkomen van de ouders. De aanvullende beurs wordt een gift als je je diploma binnen 10 jaar haalt. De OV is een voorlopige lening. Deze lening wordt een gift als je je diploma binnen 10 jaar haalt.
Voor mbo’ers van 18 jaar en ouder is de basisbeurs wel blijven bestaan. Voor thuiswonenden is dit €83,70 per maand. Voor uitwonenden bedraagt de basisbeurs €273,18.  Voor meer informatie kijk op duo.nl .
Voor mbo’ers die nog geen 18 jaar krijgen een OV reisproduct. Deze is aan te vragen bij DUO.

Actie 3: Kamer zoeken?
Als je kind er voor kiest om op kamers te gaan, dan is het raadzaam om tijdig op zoek te gaan naar een kamer. Indien de reisafstand het enigszins toelaat, is het natuurlijk ook mogelijk  om eerst nog even thuis te blijven wonen en andere studenten leren kennen en zo via hen aan een kamer te komen. Elke stad heeft kamer verhuurbedrijven, je kunt van een sociale woningstichting of van particulieren huren. Op de site van de universiteit of hogeschool staat meestal ook informatie over het zoeken van kamers.

Actie 4: Deelnemen aan de studiekeuzecheck.
Na de eindexamens, meestal in juni, vindt de studiekeuzecheck plaats. Waarschijnlijk heeft je kind dit al gedaan. De studiekeuzecheck is de afsluiting van de oriëntatie op een studie tot de uiteindelijke inschrijving. Bij de check hoort een contactmoment met de opleiding om te kijken of de opleiding bij je past, of je nog vragen hebt over de opleiding of over het beroep. De inhoud van een studiekeuzecheck verschilt per opleiding en instelling. Na afloop krijgt je kind een studieadvies (voor het hbo en wo). Het is dus belangrijk dat je kind deelneemt aan de studiekeuzecheck.

Actie 5: Heeft je kind nog een leerwerkplek nodig?
Voor de beroepsbegeleidende leerweg in het mbo is het van belang dat je kind voor de start van de studie een leerwerkplek heeft. Deze is te vinden op www.stagemarkt.nl. Zonder een leerwerkplek mag je kind niet starten met de opleiding.

Actie 6: Check wanneer de studie en/of introductie start.
Universiteiten en hogescholen starten, voor aanvang van de studie, met introductiedagen. Dit is echt aan aanrader om je kind hier aan te laten deelnemen. Je kind maakt kennis met de medestudenten, de stad, de studentenverenigingen en de onderwijsinstelling. Kijk dus goed wanneer deze starten, zeker als je kind naar een andere regio gaat (vanwege de vakantiespreiding).

Als jullie bovenstaande acties hebben doorlopen dan kunnen jij en je kind hopelijk heerlijk genieten van het behaalde diploma en een welverdiende zomervakantie!

Geplaatst in Geen categorie

Skills voor jongeren anno 2016

Over welke skills (vaardigheden) moeten de jongeren in de 21ste eeuw beschikken, willen zij interessant zijn voor werkgevers? Een baan voor het leven zit er voor velen van deze generatie niet meer in, maar wat hebben zij dàn nodig om in te kunnen spelen op de huidige arbeidsmarkt?

Wat vragen de werkgevers van hun toekomstige werknemers?
Om je weg te vinden op de arbeidsmarkt anno 2016 wordt een beroep gedaan op de wendbaarheid, flexibiliteit en de bereid om te blijven leren. Onder werkgevers is de vraag (door ROA, 2015) gesteld: “Over welke skills moeten de toekomstige werknemers beschikken?”. Het antwoord op deze vraag heeft een houdbaarheid van 5 jaar. De volgende competenties gelden tot aan 2020, omdat de technologie en ontwikkeling zo snel gaat, dat nu nog niet goed is aan te geven wat er nodig is na 2020:
– professionele expertise
– internationale oriëntatie
– flexibiliteit
– ondernemersvaardigheden
– combinatie van vakkennis, vaardigheden en algemene academische vaardigheden
– interpersoonlijke vaardigheden
Daarnaast is het beheersen van vakkennis erg belangrijk, dit geldt zowel voor mbo-, hbo- als universitaire beroepen. Werkgevers geven overigens aan dat ze geen 6-jes cultuur meer accepteren.

Wat betekent dit nou voor een studiekeuze?
Niet voor niets wordt aangegeven in dit onderzoek dat professionele expertise belangrijk is. Om dat te verkrijgen is een opleiding volgen noodzakelijk. En een opleiding die goed voorbereid op die betreffende baan, of die bepaalde branche. Een willekeurige mbo-, hbo- of universitaire studie geeft geen garantie op een baan. De opleiding moet goed aansluiten op die baan. Bij een sollicitatie wordt dus gekeken naar een aansluitende studierichting en relevante werkervaring, die je bijvoorbeeld tijdens je studie hebt opgedaan.
De komende jaren wordt er groei in banen verwacht in de bouw, ict en services. Geen groei wordt verwacht bij de overheid, de zorg en in het onderwijs. De komende jaren zullen de afgestudeerden in de vraag van hen kunnen voorzien. De sectoren techniek en groen hebben de nabije toekomst. Mijn advies is om dit facet ook mee te nemen in een studiekeuze. Heb je nog geen idee, kijk eens wat techniek en groen te bieden hebben. Houd dus rekening met je studiekeuze voor een opleiding met baanperspectief!

Geplaatst in 21th century skills, arbeidsmarkt, arbeidsmarktperspectief, Geen categorie, HBO, hbo studie, mbo opleiding, ROC, skills, Studiekeuze, universitaire studie, wetenschappelijk onderwijs Getagd met , , ,

Hoe zit het hbo precies in elkaar?

130531120webZit je kind op de havo (vwo of mbo niveau 4), dan is een vervolgopleiding aan het hbo een logische stap. Maar hoe zit het hbo precies in elkaar? En waar moet je bij de oriëntatie op een hbo opleiding op letten? En hoe krijg je zicht op, niet geheel onbelangrijk, het arbeidsmarktperspectief van de verschillende hbo opleidingen?

Zeven hoofdsectoren in het hbo.
In het hbo vallen de honderden opleidingen onder één van de volgende hoofdsectoren: Hoger Pedagogisch, Agrarisch, Gezondheidszorg, Economisch, Technisch, Sociaal agogisch en kunstonderwijs. Hbo-opleidingen kun je volgen bij hogescholen. Met een hbo-opleiding word je kind opgeleid voor een hoge kaderfunctie bij de overheid of het bedrijfsleven. Studeren aan een hbo betekent zelfstandig werken en veel lesstof in korte tijd verwerken. Tijdens een hbo-opleiding past je kind de kennis toe in de praktijk en is hij/zij minder bezig met het leren van feiten.Er zijn 37 hogescholen in Nederland.

Hoe is een hbo opleiding opgebouwd?
Hbo-opleidingen duren meestal vier jaar. Het eerste jaar is een propedeuse jaar. Hierna volgt de hoofdfase die 2,5-3 jaar duurt. Aan het einde van het 2e of 3e jaar kiest je kind een richting waarin hij/zij wil afstuderen. Ook loopt je kind stage. Met een eindscriptie sluit je kind de studie af. Een opleiding aan een hogeschool heet een bacheloropleiding. Tijdens de bacheloropleiding (niveau 6) wordt een major (een hoofdprogramma) gevolgd, daarna een minor (een samenhangend pakket). Een minor zou ook in het buitenland kunnen plaatsvinden. Elk jaar moet je kind 60 studiepunten behalen. Na het behalen van een bachelor diploma kan je kind starten met een masteropleiding. Er zijn ook verkorte hbo opleidingen, de associate degree (AD). Deze opleiding duurt twee jaar. Het niveau van deze associate degree opleidingen zit tussen mbo-4 en hbo-bachelor in (namelijk niveau 5). Met een afgeronde AD opleiding kan je kind ook nog doorstromen naar een hbo-bachelor opleiding. Zowel de hbo-bachelor als ad-opleidingen kunnen in voltijd of deeltijd volgen. Niet alle opleidingen bieden overigens beide varianten aan.

Wat zijn de toelatingseisen voor een hbo opleiding?
Om te starten met een hbo opleiding moet je kind beschikken over een havo, vwo of mbo niveau 4 diploma. Naast deze diploma eis worden er bij een groot aantal hbo opleidingen toelatingseisen gesteld aan het profiel. Deze toelatingseisen staan vermeld bij de betreffende opleidingen van de hogescholen. Het is dus belangrijk om goed te kijken welke profieleisen gesteld worden. Met een havo diploma met Economie & Maatschappij ben je namelijk niet toelaatbaar voor technische opleidingen. Sinds 2015 zijn er voor bepaalde mbo domeinen routes naar het hbo afgesneden. Dit geldt in zeer beperkte mate. Een voorbeeld hier van is de overstap van het mbo-domein handel en ondernemerschap naar de hbo-sector gezondheidszorg.

Voor ongeveer 135 hbo opleidingen geldt een numerus fixus. Er zijn verschillende redenen waarom voor loting wordt gekozen: bij populaire studies is er namelijk niet voor alle geïnteresseerde studenten een opleidingsplaats, als middel om zwakke studenten te weren of om te voorkomen dat het een parkeerstudie wordt. Dit is het geval als een jongere niet zou worden aangenomen bij de studie van zijn/haar eerste keus (voor een loting studie mag er maar bij 1 opleiding worden aangemeld). Voor een aantal techniekopleidingen wordt het slot op de deur soms gehanteerd. Dat wil zeggen dat alle belangstellenden geplaatst kunnen worden, maar bij een sterke stijging van het aantal geïnteresseerde jongeren wordt dan alsnog een numerus fixus gehanteerd. Bekijk hier de lijst van DUO met de lotingsstudies voor hbo voor het studiejaar 2016-2017.

Studiekeuzecheck, waarom eigenlijk?
Er is veel uitval onder eerstejaars studenten. Het is natuurlijk belangrijk dat een jongere kiest voor een studie die bij hem of haar past. Door tijdig aan te melden, in het hoger onderwijs, voor 1 mei, hebben jongeren recht op een studiekeuzecheck. Zo’n check is bedoeld om te checken of de studie bij de jongere past. Deze kan bestaan uit een test, een proefcollege of een gesprek. Per opleiding en hogeschool of universiteit kan een studiekeuzecheck verschillen. Mocht de beoogde studie na een studiekeuzecheck toch anders zijn dan je kind aanvankelijk dacht, dan heeft hij/zij nog het recht om zich aan te melden voor een andere studie.

Hoe weet je wat het arbeidsmarktperspectief is van de hbo opleidingen?
Elke opleiding publiceert een studiebijsluiter, de officiële naam is Studie in Cijfers. Hierin staat informatie over hoe deze hbo opleiding het doet in vergelijking tot dezelfde hbo opleiding bij een andere hbo instelling. Informatie wordt gegeven over de studenttevredenheid, het aantal 1e jaars dat start met die opleiding, het aantal contacturen per week, het aantal studenten dat binnen vier jaar hun bachelor diploma halen als ook het aantal afgestudeerden dat binnen 1,5 jaar een baan heeft op hbo niveau. Wil je meer weten over de studiebijsluiter, lees dan hier verder.

Kortom; je kind heeft je nodig in de oriëntatie naar een mogelijke èn passende hbo opleiding!

Geplaatst in Geen categorie, HBO, Studiekeuze, Studiekeuzecheck, Studiekeuzeproces Getagd met , , ,

Hoe zit het MBO in elkaar?

7_xx_3_1

Met een vmbo diploma, een overgangsbewijs van 3 naar 4 havo, of met een havo diploma is een jongere toelaatbaar voor een opleiding in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo). Maar hoe zit het mbo in elkaar? Welke opleidingsvarianten en niveaus kent het mbo? En wat zijn de nieuwste ontwikkelingen in het mbo?

Het mbo kent vier niveaus. Entree (voorheen niveau 1) is voor jongeren zonder een diploma van een vooropleiding. Een entreeopleiding bereidt jongeren voor op de arbeidsmarkt of op doorstroom naar niveau 2 en duurt 1 jaar. Een niveau 2 opleiding is een basisberoepsopleiding, waarbij de jongeren uitvoerende werkzaamheden leren. Een niveau 2 opleiding duurt meestal 2 jaar en jongeren met een diploma vmbo basisberoepsgerichte leerweg zijn hiervoor toelaatbaar. In een niveau 3 opleiding, een vakopleiding, leren jongeren zelfstandig werkzaamheden uit te voeren. De opleidingsduur is meestal 3 jaar, maar wordt ook wel in 2 jaar aangeboden. Vmbo leerlingen met een kaderberoepsgericht diploma zijn toelaatbaar. Het hoogste niveau in het mbo is een niveau 4 opleiding, een middenkaderopleiding of specialistenopleiding. De meeste niveau 4 opleidingen duren 3 jaar, maar er worden ook 4-jarige opleidingen aangeboden. Vaak gaat het dan om specialistische kennis en vaardigheden die niet in 3 jaar is aan te leren. Leerlingen met een diploma vmbo kader-, gemengde- of theoretische leerweg zijn toelaatbaar voor deze opleidingen. Maar ook leerlingen met een overgangsbewijs van 3 naar 4 havo. Voor jongeren met een havo diploma zijn sprintopleidingen een aantrekkelijke, verkorte route naar dan wel de arbeidsmarkt, naar een associate-degree traject (niveau 5, op het hbo), of een bachelor opleiding (niveau 6, op het hbo).

In het mbo zijn 2 leerwegen: de beroepsopleidende leerweg (BOL), waarbij de studenten 3-5 dagen in de week naar school gaan en een lintstage (van 1-2 dagen per week) lopen in een erkend leerbedrijf, of zij hebben een blokstage van 10-20 weken. Veel gediplomeerde vmbo leerlingen en havisten kiezen vaak voor een BOL opleiding. Zij zitten veelal met leeftijdsgenoten in de klas (de leeftijd in een 1e jaars klas kan variëren van 16-22 jaar), waarbij de klas een belangrijke rol speelt in het sociale gebeuren op school. De andere leerweg is de beroepsbegeleidende leerweg (BBL), waarbij de jongeren 4 dagen werken (een arbeidscontract met salaris hebben) en 1 dag in de week naar school komen. Die vmbo leerlingen die het vervelend vinden om elke dag naar school te gaan en in de schoolbanken te zitten, kiezen veelal voor de praktische route. Een BOL student die de opleiding kok volgt behaalt hetzelfde diploma als een student die bij een restaurant werkt en een BBL opleiding heeft afgerond.

Vanaf het schooljaar 2016-2017 kunnen de startende mbo studenten een deel van hun opleiding kiezen, de keuzedelen. De mbo-instelling, het ROC (regionaal opleidingscentrum) bepaalt het aanbod van de keuzedelen. Zo hebben de studenten de mogelijkheid om zich te verbreden of juist te verdiepen. Een mooie ontwikkeling in het mbo!

Geplaatst in Geen categorie, mbo, ROC, Studiekeuze

Welke studies hebben wel arbeidsmarktperspectief?

JobsDe laatste tijd is er veel aandacht voor studies die weinig perspectief hebben op een baan. Zo beland je anno 2016 als afgestudeerde psycholoog, journalist, orthopedagoog, bestuurskundige, jurist en kunsthistoricus in een stuwmeer van gediplomeerden die in hetzelfde water een passende baan proberen te vinden.
Er worden wel werkervaringsplekken aangeboden, maar vaak zonder een redelijke vergoeding. Terwijl in veel gevallen deze werkervaringsplekken nauwelijks te onderscheiden zijn van echte banen. Hoe moet ik als ouder nu weten welke studies baanperspectief hebben, zodat mijn twee zoons ook daadwerkelijk na het beëindigen van hun studie het beroep kunnen uitoefenen waar voor zij zijn opgeleid?

Uiteraard geeft een werkervaringsplek de mogelijkheid om ervaringen op te doen en is het een mooie aanvulling op je cv. In tijden van krapte op de arbeidsmarkt is het fijn dat deze mogelijkheden worden geboden. Maar worden studenten vooraf wel geïnformeerd door de onderwijsinstelling over het perspectief op een baan? Ja, onderwijsinstellingen voor mbo, hbo en universiteit zijn verplicht om in een studiebijsluiter deze gegevens te publiceren. Naast het arbeidsmarktperspectief van die opleiding, lees je in een studiebijsluiter ook informatie over de studenttevredenheid, de contacttijd, het aantal eerste jaars studenten, het percentage studenten dat in de reguliere tijd het diploma behaald en de mogelijkheden om door te studeren.
Het blijkt dat niet in alle gevallen de informatie over het arbeidsmarktperspectief op de studiebijsluiter objectief is. In veel gevallen zijn de cijfers gebaseerd op wat alumni (gediplomeerden) na 1,5 jaar na afronden van de betreffende studie doen. Zijn zij werkzaam , maar zijn zij ook werkzaam in de branche waar zij voor opgeleid zijn? Dit laatste wordt niet altijd meegenomen in de cijfers op de bijsluiter.

Gelukkig zijn er wel objectieve cijfers te vinden over het baanperspectief. Verschillende instellingen verschaffen dit soort actuele informatie. Zo verschaft studieperspectief gegevens per regio in Nederland voor zowel mbo-, hbo- als ook universitaire studies. Kans op werk geeft voor mbo opleidingen een mooi overzicht. Ook staan daar de stagemogelijkheden per opleiding aangegeven. Jaarlijks onderzoek Elsevier ook de kansen op de arbeidsmarkt voor hbo’ers en afgestudeerden van de universiteit, voorzien van gegevens over startsalarissen.

Onderwijsinstellingen nemen vaak meer studenten aan voor een bepaalde studie dan dat er arbeidsplaatsen voor hen zijn. Op deze wijze kan er dus een stuwmeer ontstaan van werkloze afgestudeerden voor een bepaald beroep. Dit wens ik mijn twee zoons niet toe. Mijn oudste zoon doet nu een hbo opleiding, Maritiem Officier, met een hoge kans op werk. Gelukkig. Mijn jongste zoon oriënteert zich nu op een horeca opleiding in het mbo, maar het arbeidsmarktperspectief is niet zo heel goed in onze regio… Dit is dus nog een aandachtspunt!

Geplaatst in Studiekeuze, Studiekeuzeproces Getagd met , , , , ,

Tips voor het voeren van een studiekeuzegesprek

In welke fase je kind zich ook bevindt in het studiekeuzeproces, actief luisteren is een techniek die onmisbaar is om een beeld te krijgen van de bedoeling, mening of visie van je kind over de studiekeuze.

lob placemat

De 1e stap is om de juiste omstandigheid te creëren om de effectiviteit van het gesprek te versterken. De omgeving waarin een gesprek wordt gevoerd is van grote invloed op de kwaliteit er van. In de 2e stap open je het luistergesprek. Dit kun je bijvoorbeeld doen door het geven van een compliment aan je kind. De 3e stap is een neutrale houding van jou als ouder. Aangezien de betrouwbaarheid van de informatie van je kind essentieel is, dien jij jouw mening voor je te houden. De mening en de analyse van je kind is van belang. De 4e stap is de kunst van het vragen stellen. Open vragen, ook wel W- of H-vragen genoemd, aangezien ze bijna altijd met een W of H beginnen als eerste letter geven de meeste informatie. Goede vragen, zoals ook in de placemat hierboven staat, zijn: Wat zijn jouw interesses? Waar doe jij moeite voor? Waar ben jij goed in? Wat vind jij inspirerend? Mensen die informatie willen hebben, zijn vaak sterk geneigd een spervuur van korte, gesloten vragen af te vuren. De reden hiervan is dat het op deze manier sneller lijkt te gaan dan door het stellen van open vragen. Als echter de complexiteit van een onderwerp toeneemt, brengen gesloten vragen de betrouwbaarheid van antwoorden snel in gevaar. De 5e stap om het gesprek goed te laten verlopen zijn de volgende stimulerende signalen van belang: een open lichaamshouding naar de ander toegewend, oogcontact, korte non-verbale stimulansen (hummen en knikken) en een inhoudelijke aansluiting. Bij de techniek van het actief luisteren ligt het grootste knelpunt bij de inhoudelijke aansluiting. Hoe kun je immers inhoudelijk aansluiten op een verhaal, terwijl je tegelijkertijd neutraal moet blijven? De 6e stap, LSD, helpt je hierbij. Deze afkorting staat voor Luisteren, Samenvatten en Doorvragen. Luisteren doe je niet alleen met je oren, maar met je hele lichaam zoals in stap 5 beschreven staat. Door samen te vatten, in je eigen woorden, geef jij je kind de boodschap dat je hem of haar goed begrepen hebt. Als dat niet het geval is geef jij je kind de gelegenheid om je aan te vullen of te corrigeren. Speur naar aanknopingspunten om door te vragen. Wees alert op aannames, vaagheden, algemene waarheden en formuleringen met ‘moeten’ en ‘kunnen’. Deze taalpatronen verhullen vaak waardevolle informatie. Let op wat je kind zegt, maar ook op wat je kind niet zegt. Zo krijg je meer informatie los. De laatste tip is het gebruik van stiltes. Het is niet altijd makkelijk om stiltes te laten vallen. Bedenk echter dat naarmate je meer probeert in te vullen, je kind steeds minder en korter zal gaan antwoorden.

 

 

Geplaatst in Geen categorie, Studiekeuze Getagd met ,

Vraag hier gratis het e-book aan

e_book_pic

Je ontvangt tevens de maandelijkse Tips & Tricks